Een zwemvijver brengt je dichter bij de natuur. Hij vormt een mooi organisch geheel met het groen in je tuin. Bovendien kun je er - chloorvrij! - in zwemmen. De zwemvijver betekent pure waterbeleving, ook buiten het zwemseizoen. Dan streelt hij het oog en brengt hij rust in je tuin. Zwemvijvers passen perfect in de filosofie van het ecologisch en duurzaam denken. Ze vergen minder onderhoud en energie dan conventionele zwembaden. In Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland zijn overigens al vele tientallen openbare zwemvijvers in gebruik.
Strak, formeel design of de rondingen en asymmetrische vormen die je ook in de natuur terugvindt? Bij een zwemvijver kunnen beide en alles wat zich daartussen bevindt. Je kunt je laten inspireren door het karakter of de afmetingen van je tuin, door je eigen creatieve of budgettaire mogelijkheden of door nog andere zaken. Ook in een kleinere tuin past een zwemvijver makkelijk in het tuinbeeld.
Zwem- en moerasgedeelte
Maar voor welke vorm of grootte je ook kiest, vrijwel altijd bestaat een zwemvijver uit twee delen: een zwemgedeelte en een zogenaamd moerasgedeelte. Dit laatste deel zorgt voor de natuurlijke en biologische ‘zuivering’ van het water. Als je een zwemvijver volgens de regels van de kunst en met de nodige kennis van zaken aanlegt, dan zwem je in ‘zuiver’ water. Het is een verrijkende natuurbeleving zonder irritatie aan de ogen en een onprettige chloorgeur in de neus. Het behoorlijk intensieve onderhoud, dat noodzakelijk is om het water van een conventioneel zwembad in topvorm te houden, is bij een goed aangelegde zwemvijver overbodig. “En dat is natuurlijk het cruciale punt”, zegt Guido Lurquin van Distripond, een bedrijf dat professionele oplossingen voor heldere vijvers aanbiedt. “Het water van een zwemvijver is zuiver en bezorgt je weinig onderhoud als je de ‘biologie’ op de juiste manier haar werk kunt laten doen. Daar is op zijn minst enige expertise voor vereist. Er zijn vele dingen die het evenwicht in het water kunnen verstoren. Ook het aantal mensen dat in het water zwemt, bijvoorbeeld. Maar als je de regel van tien kubieke meter water per persoon respecteert, krijg je geen problemen. Het is een Duitse richtlijn en wij hebben die overgenomen.”
Zwart
Een zwemvijver heeft een natuurlijke uitstraling. Hij is mooi geïntegreerd in een tuin of in een landschap. Ook als je ‘in’ het water kijkt, blijft de ‘natuurbeleving’ intact. Hier geen tegeltjes of de diffuse schittering van de bodem. De zwemvijver heeft in dit opzicht helemaal de ‘look’ van de gewone vijver. Dit komt omdat de bodem bedekt is met een zwarte folie. Hiervoor wordt doorgaans EPDM (voluit Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer) gebruikt, een soort synthetisch rubber dat onder meer ook op groendaken wordt gelegd. EPDM is zowel bestand tegen hoge als lage temperaturen en heeft een hoge weerstand tegen uv-straling. Het bewijst gedurende tientallen jaren uitstekende dienst. Een bijkomend en niet te onderschatten voordeel van de zwarte folie is dat hij de warmte opneemt, zodat je gemakkelijk vier tot zes graden aan watertemperatuur wint.
Moerasfilter
In of bij een zwemvijver wordt een zogenoemde ‘moerasfilter’ aangelegd. Die is afgescheiden van het zwemgedeelte. In principe moet je, voor een correcte filtering en zuiverheid van het water, ongeveer een vijfde tot een kwart van het totale wateroppervlak voor het moerasgedeelte voorzien. In het filterende moerasgedeelte van de vijver bevinden zich waterplanten en een substraat - meestal lavasteen. Het grote werkpaard onder de planten van de zwemvijver is de gele lis. Deze irissoort is zowat de meest populaire onder de moerasplanten (of helofyten). De gele lis heeft een lange bloeiperiode en het uitgebreide wortelcomplex van deze plant zorgt voor een intensieve zuivering van het water. De specifieke (horizontale) wortelgroei kan ook de vijverfolie niet beschadigen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld riet of de gewone lisdodde met wortels die overal doorheen groeien. Ook kalmoes is bijzonder geschikt voor het moerasgedeelte. Deze plant neemt veel fosfaten, nitraten en ammonium op en verspreidt een aangename geur. kalmoes heeft daarenboven ontsmettende eigenschappen, waardoor je zeker in de zwemvijver al minder angst moet hebben voor bijvoorbeeld salmonella.
Up en down
In een zwemvijver wordt het water op een natuurlijke manier gefilterd en gezuiverd. Hiervoor moet je natuurlijk beweging in het water krijgen, zodat een continue stroming ontstaat die voor een reinigende cyclus tussen het filteren zwemgebied zorgt. Voor de zwemvijvers zijn er twee methodes courant: de upflow en de downflow. Bij een upflow-systeem stroomt het water in het zwemgedeelte naar skimmers die meestal discreet verborgen ingebouwd zijn in de rand van het bad. Deze skimmers zorgen al voor een eerste ruwe filtering. Ze halen het ‘grof vuil’ uit het water. Vervolgens stuurt een pomp het water naar de onderkant van het moerasgedeelte. Daar vindt een fijne - en hoofdzakelijk biologische - filtering plaats. Daarna stroomt het water weer naar het zwemgedeelte. Als de zwemvijver volgens het ‘downflow’-principe gebouwd is, dan volgt het water de omgekeerde weg. Het zwem- en filtergedeelte zijn van elkaar gescheiden door een muur onder het waterniveau. Het water stroomt meteen naar het moerasgedeelte, bijvoorbeeld via stapstenen. Het gezuiverde water wordt vervolgens weer naar de zwemzone geleid.
“Upflow is een iets technischer en doorgaans ook iets ‘duurder’ systeem”, zegt Guido Lurquin. “Met de skimmers, een holle ruimte onder de moerasfilter en diverse vormen van filtering, kun je het moeras makkelijker beschermen tegen vervuiling. Downflow is een eenvoudiger systeem en valt meestal ook minder duur uit. Maar beide systemen hebben hun voordelen.”
Griet Cools van de zwemvijverspecialist Cools bvba kiest bij voorkeur voor downflow. “Het van boven naar onder filteren lijkt ons de meest natuurlijke weg - de weg van de zwaartekracht als het ware. Het andere principe, de upflow, is een complexer systeem. Er zijn veel meer ‘technische’ aandachtspunten die je in het oog moet houden.”
Onderhoud
“Het moerasgedeelte van een zwemvijver is een beetje te vergelijken met een tuin”, zegt Griet Cools. “Onderhoud is nodig, al valt het in dit geval heel erg mee. twee keer per jaar snoeien is al voldoende. De gele lis vormt inderdaad de basis van het moerasgedeelte. Daarnaast vullen we graag aan met een aantal andere planten, al was het maar om het geheel visueel aantrekkelijk te maken. Het is in elk geval belangrijk dat je gebruikmaakt van planten die goed gedijen met weinig voeding. Het is uit den boze dat je meststof moet toevoegen in water dat voor een zwemvijver bedoeld is.”
Lavasteen
De lavasteen in het moerasgedeelte is zeer poreus. Het heeft een groot aanhechtingsoppervlak voor bacteriën. De waterplanten kunnen er ook makkelijk in wortelen. Lavasteen past met zijn bruine kleur ook erg goed in de context van een natuurlijke vijver. Een moerasgedeelte met waterplanten en lavasteen is in principe voldoende voor zuiver zwemwater. Al kun je natuurlijk, afhankelijk van de wensen en de mogelijkheden, nog aanvullen met extra vormen van (mechanische) filtering of met een stofzuigersysteem. Je kunt in het zwemgedeelte van je vijver zelfs opteren voor… levende vis. Natuurlijk zijn hiervoor niet alle vissen even geschikt. Sommige belasten de kwaliteit van het zwemwater te veel. “Maar rietvoorn of blauwe winde doen dat niet”, zegt Griet Cools. “Ze ruimen bovendien kleine insecten in het water op. Je hebt ook geen groot aantal vissen nodig om resultaat te bereiken - enkele zijn al genoeg. Maar niet iedereen wil graag vis in zijn zwemvijver. Sommige mensen vinden het idee van te zwemmen tussen de vissen nu eenmaal een beetje eng.”
Afdekking?
Je hebt nu een mooie zwemvijver en je overweegt een afdekking. Maar zou je dat wel doen? “De ervaring heeft ons in elk geval geleerd dat een afdekking weinig gebruikt wordt”, zegt Guido Lurquin. “Een vijver vormt meestal al zo’n mooi geheel. En als je er dan een dek over doet? Ik denk ook dat het voor de biologie van de vijver beter is van niet af te dekken. Al zijn er natuurlijk wel enkele argumenten pro. Een afdekking vormt een veilige bescherming als er kleine kinderen in de buurt spelen. Ze voorkomt ook dat er - vooral in de herfst - te veel bladeren in het water terechtkomen. Een afdekking kan bovendien nuttig zijn als het water van de zwemvijver extra verwarmd wordt. Al kan dit perfect zonder.” Bij het vallen van de bladeren kun je ook opteren voor een overspanning met een net. Dit vangt een groot deel van de bladeren op, die een zware belasting voor het water kunnen vormen.
Hybride
Hoe je het ook draait of keert, een zwemvijver die op een natuurlijke manier wordt gereinigd en gezuiverd, heeft andere eigenschappen dan een conventioneel zwembad. Zo zullen bijvoorbeeld de bodem en de trappen na verloop van tijd wat glad aanvoelen. Dat komt omdat zich allerhande micro-organismen op de oppervlakte hebben genesteld. Dit is een volkomen natuurlijk proces en helemaal niet schadelijk. Maar niet altijd even aangenaam. Je kunt er bijvoorbeeld makkelijk over uitglijden. Maar er zijn andere mogelijkheden. Zo heeft ’t Groene Plan een hybride zwembad ontworpen. Dat is de kruising van een zwemvijver met een zwembad. “Het biedt de voordelen van beide, zonder de nadelen zoals die gladde oppervlaktes”, zegt Chris Buggenhout van ’t Groene Plan. “In de zomer kun je het gebruiken als een gewoon, volwaardig zwembad. Het heeft een eigen filtering, maar dan wel chloorvrij. We gebruiken een externe filter en zuurstofwater, gecombineerd met citroenzuur. Een warmtepomp brengt de temperatuur van het water op 28 °C, ideaal om te zwemen.”
In de winter hoeft het hybride zwembad niet afgedekt te worden. Je schakelt gewoon over op de ‘biologische filter’ in het moerasgedeelte. Zo blijft het bad erg onderhoudsvriendelijk en heb je er ook buiten het zwemseizoen nog veel plezier van.