Overloopzwembad, monoblok, zwemkanaal … Krijg je al keuzestress bij het lezen van deze woorden? Da’s begrijpelijk. Het zwembad zal een grote impact hebben op je tuin en dat maakt beslissen wat je exact wilt er niet makkelijker op. Haal even diep adem en ontspan. Wij leggen de verschillende opties voor je naast elkaar zodat je exact weet voor wat je kiest.
ER ZIJN BOUWKUNDIGE ZWEMBADEN, MONOBLOKZWEMBADEN EN MONOBLOKKEN DIE OP MAAT WORDEN GEMAAKT.
Keuzestress is normaal bij het maken van belangrijke beslissingen. Wil je een zwembad om baantjes te kunnen trekken? Of zijn het vooral de kinderen die er uren aan een stuk waterpret in beleven? Het verschil zit ‘m in de vorm, afmetingen en uitrusting. Maar ook de manier waarop het zwembad gebouwd wordt, speelt een rol.
INBOUW OF OPBOUW?
Eerlijk gezegd zijn we bij ZwembadenPlus geen grote fan van opbouwzwembaden. Dat komt omdat ze niet duurzaam zijn: het zwembad gaat maar enkele jaren mee en iedere winter moet je het opbouwbad afbreken wat betekent dat er heel wat water verloren gaat. Het verschil tussen de twee is simpel. Een inbouwzwembad wordt in de grond geplaatst. Het is niet mobiel en je kan het ook niet zomaar afbreken. Dit is de reden waarom je bij je gemeente moet nagaan of je een bouwvergunning nodig hebt voor je inbouwzwembad. Omdat er graafwerken en een volwaardige technische installatie nodig zijn, zal een inbouwzwembad een stuk meer kosten dan een opbouwzwembad. Je mag daarvoor in ruil wel rekenen op een veel kwalitatiever eindproduct dat je jaren zwemplezier garandeert. Ook op vlak van uitzicht is er een groot verschil tussen opbouw- en inbouwzwembaden. Opbouwzwembaden zijn vaak felblauw van kleur en steken af ten opzichte van de rest van de tuin. Een inbouwzwembad ziet er strakker en moderner uit. Ze zijn meestal langer, breder en dieper dan de opbouwvariant. En de afwerking gebeurt volledig volgens jouw wensen. Zo kan je kiezen voor een boord met tegels die passen bij de rest van je terras. Een inbouwzwembad is een eenmalige investering die je levenslang zwemplezier biedt en de waarde van je woning omhoogtrekt. Een opbouwzwembad is sneller en (op korte termijn) goedkoper om te plaatsen. Je kan dit type zwembad eenvoudig zelf installeren en demonteren in de winter en dat scheelt zich natuurlijk in de prijs. Het materiaal is minder sterk dan dat van een inbouwzwembad, waardoor het bad vaak niet langer dan een aantal jaar meegaat.
BOUWKUNDIG OF MONOBLOK?
Onder de inbouwzwembaden zijn er drie soorten zwembaden die we kunnen onderscheiden. Er zijn bouwkundige zwembaden, monoblokzwembaden en monoblokken die op maat worden gemaakt. De kuip van een monoblokzwembad bestaat uit een vast geheel. Een standaard monoblok wordt door de fabrikant in een mal gemaakt. Het model en de maten liggen dus vast. Toch hoef je dit niet meteen als een beperking te ervaren. Tegenwoordig zijn er heel wat verschillende designs op de markt. Zo kan je kiezen voor een monoblok met een Romeinse trap of met een ingebouwde plage. Voor kleine stadstuinen zijn er al kuipen vanaf zes meter op de markt. Terwijl er voor mensen met een grote tuin exemplaren tot 12 meter of langer bestaan. En ook op vlak van kleur zit je niet per se vast aan het typische lichtblauw. Moderne monoblokken worden vaak in wit, zandbeige of antraciet uitgevoerd zodat het bad mooi blendt met de rest van de tuin. Maar ook tal van andere kleuren zijn mogelijk. Standaard monoblokzwembaden worden vervaardigd uit diverse kunststoflagen die per fabrikant verschillen. Vaak is dit ‘full vinylester’ of vinylester gecombineerd met polyester. Hoe hoger het percentage vinylester hoe beter de kwaliteit van het bad door een betere dampdichtheid en osmosebestendigheid. Een monoblok op maat heeft alle kenmerken van een standaard monoblok, met het voordeel dat je de maat van de kuip exact kunt afstemmen op je tuin. Wil je het zwembad naadloos laten aansluiten op het terras? Dan is dit een hele goede optie. Een monoblok op maat wordt meestal vervaardigd uit platen van polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE) die men aan elkaar last. De las die ontstaat is erg sterk en kan de hoge druk van het water goed weerstaan. Verder bestaan er ook nog monoblokken die op maat worden gemaakt uit inox. Inox zorgt voor een fantastische schittering op het water waardoor het zwembad een heel speciale look-and-feel krijgt. Voor dit type monoblok is een aparte vakkundigheid vereist. Het lassen van inox is immers een specialisatie en kan alleen succesvol worden uitgevoerd door een ervaren vakman. Bouwkundige zwembaden worden door de zwembadbouwer zelf op maat voor je gebouwd. Hierdoor zijn alle afmetingen, vormen en afwerkingen mogelijk. Voor je begint te dromen van een rond of een ovaal bad, moeten we je wel even waarschuwen. In de Lage Landen heb je echt een afdekking nodig om de warmte van het water te bewaren. En die zijn niet zo gemakkelijk te vinden/maken voor zwembaden met rondingen. Wil je toch absoluut een zwembad met een vrije vorm? Dan kan je er voor kiezen om het bad af te dekken met een beweegbare bodem. Ook de mobiele terrassen van Walter Pool kunnen dienstdoen voor zwembaden met een ronde vormen, want je schuift het dek simpelweg over het wateroppervlak. Enerzijds bestaan er bouwkundige zwembaden uit gegoten beton. Die zijn vanzelf helemaal waterdicht waardoor een afwerking in keramische tegels, natuursteen of mozaïek mogelijk is. Anderzijds zijn er bouwkundige zwembaden die gemetst worden uit beton- of isolatieblokken. De wanden van deze zwembaden zijn niet waterdicht waardoor ze met een zwembadfolie worden afgewerkt. In principe is het je designvoorkeur die bepaalt of je voor een monoblok of een bouwkundig zwembad kiest. De motieven en kleuropties van zwembadtegels en -folies zijn tegenwoordig eindeloos. Je kan het karakter van een bouwkundig zwembad dus helemaal afstemmen op dat van je woning. Bij een monoblok zijn het eerder de tegels die je rond het zwembad plaatst die het karakter bepalen. Een ander doorslaggevend verschil tussen bouwkundige en monoblokzwembaden is de snelheid waarmee ze gebouwd worden. Gemiddeld duurt het slechts twee weken om een monoblok up and running te krijgen. Bij een bouwkundig zwembad moet je rekening houden met de uitharding van de kuip, waardoor de bouw gemakkelijk anderhalve maand kan duren. Als je snel in het water wil springen, ben je rapper vertrokken met een monoblok. Maar denk eraan dat je nog jaren na de plaatsing geniet van je zwembad, dus maak een bewuste keuze.
HOE HOGER DE WATERLIJN HOE MOOIER EN LUXUEUZER HET ZWEMBAD OOGT.
OVERLOOP OF SKIMMER?
Vervolgens kunnen we ook twee zwembadcategorieën onderscheiden in de manier waarop het water naar de filter stroomt. Een traditioneel zwembad werkt met skimmers. Die zitten in de wanden ingebouwd waardoor de waterlijn altijd een paar centimeter lager ligt dan de boord. Bij een overloopzwembad stroomt het water letterlijk over de rand van het zwembad. Dit zorgt voor een oogstrelend visueel effect. Bij skimmerzwembaden is er altijd een kant waar het water in de kuip gespoten wordt, de zogenaamde perszijde. In de wand daartegenover zitten de skimmers die het water aanzuigen. Ook in de rolluikbak is er meestal een inspuiter voorzien om daar geen stilstaand water te krijgen. In de skimmer zit een mandje dat bladeren en ander grof vuil opvangt. Via een luikje aan de bovenkant kan je dit mandje leegmaken. Er is een kleine overloop naar de riolering zodat het water weg kan wanneer je het skimmermandje bent vergeten leeg te maken. In zwembaddesign geldt over het algemeen de volgende regel: hoe hoger de waterlijn hoe mooier en luxueuzer het zwembad oogt. Om zich met overloopzwembaden te meten worden de skimmers meestal zo hoog mogelijk gemonteerd, vaak net onder de boordstenen. In dat opzicht is het overloopzwembad een visueel mirakel. Het water loopt over de boord in een smal aangelegd gootje naar de technische installatie. Dit zorgt ervoor dat het wateroppervlak de omgeving helemaal weerspiegelt en in complete harmonie met de tuin is. Een overloopzwembad is niet alleen bevredigend om naar te kijken. Er zijn ook nog andere voordelen aan verbonden. Het water circuleert sneller waardoor het vuil minder kans krijgt om op de bodem of wanden terecht te komen. Dit zorgt op zijn beurt voor een betere verdeling van ontsmettingsmiddel en andere producten die de zuurtegraad regelen. Zwemmen in een overloopbad is overigens een bijzonder fijne ervaring omdat je veel minder weerstand voelt. Bij een klassiek zwembad botst het water voortdurend tegen de randen waardoor je tijdens het zwemmen een beetje wordt tegengewerkt. Aan een overloopzwembad hangt wel een ander prijskaartje vast dan aan een skimmerbad. Dit heeft met verschillende factoren te maken. De constructie van een overloopbad is namelijk ingewikkelder om te plaatsen. Het zwembad moet immers perfect waterpas liggen om de overloop overal gelijk te krijgen. Ook de bouw van een buffertank vraagt een extra investering. Bovendien verdampt het water van een overloopzwembad aanzienlijk sneller dan bij een skimmerzwembad. Dit komt omdat het water voortdurend in een dun laagje over een warme tegel loopt. Vergis je niet, dat gaat echt om heel wat extra liters per dag. Doordat je het bad elke dag met tientallen liters moet bijvullen heb je meer ontsmettingsproducten nodig dan bij een skimmerbad. De onderhoudskosten van een overloopzwembad kunnen dus snel oplopen. In dat opzicht is het onderloopzwembad the best of both worlds. Bij dit soort zwembad loopt het water niet over maar ónder de rand naar de filter. Een onderloop kan je zien als een lange smalle skimmer die over de lengte van de hele wand loopt. Deze methode zorgt voor minder verdamping dan bij een echt overloopbad, terwijl je visueel ongeveer op hetzelfde effect kunt rekenen.
ZO’N LANGWERPIG ZWEMBAD WORDT OOK WEL EENS EEN ZWEMKANAAL OF ZWEMGEUL GENOEMD.
SPELEN OF SPORTEN?
Als laatste kan je een onderscheid maken tussen sport- en familiebaden. In de meeste zwembaden is er voldoende ruimte voor beiden. Maar toch kan je ervoor kiezen om een optie meer naar de voorgrond te halen. Heb je een groot gezin? Dan mag je het accent zeker op waterplezier voor de kinderen leggen. Een goed familiezwembad hoeft in principe niet groter te zijn dan vier op acht meter. Voor de veiligheid van de kids heeft dit soort zwembad best een ingebouwde trap. Liefst eentje die over de hele breedte van de zwemkuip loopt en comfortabele brede treden heeft. Helemaal goed is het wanneer de eerste trede van de trap een plage vormt met een laagje water van 10 tot 15 cm. Op die manier kunnen de allerkleinsten in het ondiepe vertoeven terwijl je toezicht houdt. Voor de kinderen die zich wel in het diepere gedeelte wagen kan je een handgreep aan de zijkanten van de kuip plaatsen. Is baantjestrekken eerder het hoofddoel van jouw zwembad? Dan is de kuip liefst zo lang mogelijk. 12 meter is een minimum voor wie elke dag aan conditietraining doet, vijftien meter is een veel gemaakte keuze en vijfentwintig meter een luxe voor wie die ruimte heeft. Zo’n sportbad hoeft echter niet breed te zijn. Drieënhalve meter volstaat al om een comfortabel keerpunt te hebben. Omwille van de lange en smalle vorm wordt zo’n langwerpig zwembad ook wel eens een zwemkanaal of zwemgeul genoemd. Als baantjeszwemmer heb je liefst geen obstakels in het water. Kies dus niet voor een ingebouwde trap maar eerder een verticale ladder om in en uit het water te stappen. Ook een korter zwembad kan je van een eindeloze zwemlengte voorzien met de hulp van een tegenstroominstallatie. Deze toestellen pompen water met grote kracht richting zwemmer waardoor je in de stroom ter plaatse je work-out kan doen.