Heeft mijn kind zwemtalent?

Je hebt duidelijk een waterrat in huis, met geen stokken uit het bad te krijgen. Wie weet wordt het ooit een zwemkampioen, denk je misschien. Maar een echt zwemtalent, hoe herken je dat? We vroegen het aan Vlaanderens zwemmoeder Pascale Verbauwen.

“A l op de leeftijd van drie, vier jaar haalt een geoefend oog er zó de zwemtalenten uit,” zegt Pascale Verbauwen, al tien jaar sporttechnisch medewerkster bij de Vlaamse Zwemfederatie. Dat is dus nog vóór de leeftijd dat de kinderen werkelijk kunnen zwemmen. “Je merkt meteen of ze spontaan en makkelijk hun stuwvlakken gebruiken om zich in het water voort te bewegen. En of ze goed kunnen ‘liggen’ in het water. Sommige kinderen drijven erg moeilijk. Steeds weer zakken hun beentjes. Anderen drijven spontaan als een kurkje: zij kregen het pure zwemtalent mee van Moeder Natuur.” Maar wanneer de kinderen met de echte zwemles starten – dat is pas vanaf de leeftijd van vijf à zes jaar – hangt ook veel van hun cognitieve vaardigheden af. Verbauwen: “Hoe goed pikt het kind aangereikte tips en technieken op? Hoe snel het leert is dan ook een doorslaggevend talent.” Of je zoon of dochter uiteindelijk wedstrijden zwemt of zelfs carrière maakt als topzwemmer hangt van nog meer factoren af. “De wil en de ambitie van het kind of de jongere is daarin de belangrijkste factor. Een pak talenten stroomt nooit door naar de top omdat de competitie hen gewoon niet boeit. Wie wel besmet is met het competitievirus, blijft over.” Pascale Verbauwen werd als dochter van de Belgische zwemkampioenen Herman Verbauwen en Francine Delaunoy, zelf in de wieg gelegd om topzwemster te worden. Net als haar zus Carine bereikte Pascale een finaleplaats op de Olympische spelen. Ze werd zesde op de 800 m vrije slag in 1980 in Moskou. Na haar lange zwemcarrière werd ze coach en begon ze met bezieling mee te werken in de topsportstructuur van de Vlaamse Zwemfederatie. 

Les van vakmensen
Om een goede zwemmer te worden heb je ook een goede club nodig. Verbauwen: “Sommige clubs mikken op recreatie. Andere focussen op het competitieve aspect en  enkelen koesteren de ambitie om internationale zwemtoppers te kweken.” De Vlaamse Zwemfederatie voerde afgelopen jaar een label in voor clubs die een kwaliteitsvolle jeugdbegeleiding aanbieden. Ongeveer vijftig clubs in Vlaanderen mogen pronken met een Gouden, Zilveren of Bronzen Druppel. Dat betekent dat wie zijn kind naar een dergelijke club stuurt een prima omkadering mag verwachten. Voor de kinderen van zes tot twaalf jaar bedacht de zwemliga ook nog ‘Splash’. Meer dan veertig Vlaamse zwemverenigingen organiseren Splash-zwemfeesten waarin de kinderen op een plezierige manier en in uitdagende wedstrijdjes de basistechnieken ontwikkelen. Maar zo lang hoef je natuurlijk niet te wachten om je kind waterplezier te gunnen. Je baby mag mee het zwembad in vanaf zes maanden  om al spelend het water te leren kennen en eraan te wennen. Het versterkt zijn lichaam en zijn bewegingsvaardigheden. En natuurlijk het sociaal contact met ouders en andere kinderen. Een instructeur kan helpen om verschillende speelse oefeningen te ontdekken. Doe het op die jonge leeftijd niet te vaak: chloor is niet kindvriendelijk. 
Wie zelf een zwembad heeft hoeft daar natuurlijk niet ver voor te lopen. Wel raadt Pascale Verbauwen ouders aan om niet zelf hun kind het echte zwemmen aan te leren. “Laat dat over aan daarvoor opgeleide mensen. Nog te vaak zien we kinderen die bij papa of mama een verkeerde techniek aanleerden. En dan verlies je nadien veel tijd om je alsnog de goede techniek eigen te maken.”

Grondcontact
Groot hoeft het zwembad overigens niet te zijn om te leren zwemmen, aldus Verbauwen. “Een bad van tien meter kan zeker al volstaan. Het is wel handig als er een dieper deel is waarin het kind niet kan staan. Want, als je kind wat bang is voor drijven of voor het diepe, dan zal het in een ondiep bad steeds grondcontact zoeken. De lesgever verliest dan veel energie aan het verbieden daarvan. “Wie een raszwemmer in de familie heeft die droomt van de Spelen, kan overwegen om zoon of dochter naar het Leonardo Lyceum Topsport Wilrijk te sturen. Het is de enige topsportschool met een internaat voor zwemmers in Vlaanderen. Qua onderwijsrichting is er keuze tussen ASO of TSO. De trainingen worden als onderdeel van het reguliere lessenpakket opgebouwd van 18 naar 26 uur per week. Om tot de topsportschool toegelaten te worden moet de jonge zwemmer bepaalde limiettijden kunnen zwemmen. Maar hij of zij moet ook voldoen aan vaardigheidscriteria. Dan kijkt men onder andere naar de lenigheid, de zwemtechniek en het mentale profiel. De zwemfederatie organiseert daarvoor testmomenten.

Het water in!
Topsport of breedtesport, het palet aan zwemdisciplines is in elk geval heel breed en gevarieerd. Competitiezwemmen kan je op de korte of de lange afstanden en in verschillende stijlen, van schoolslag over crawl en vlinder tot wisselslag. Vergeet ook waterpolo niet, een veeleisende, maar boeiende teamsport. Of het prachtige synchroonzwemmen en het spectaculaire schoonspringen.

Kortom: ‘Het water in!’ is de leuze. Laat je kind zoveel mogelijk ravotten in het water. Thuis in het eigen bad kan het onbeperkt. En merk je dat zoon of dochter talent heeft, stimuleer hem of haar dan om zich verder te ontplooien in een zwemvereniging!

www.zwemfed.be
www.zwemfed.be/splashweb